Blokkade in Kloosterhaar

“Een Sakser doet niet zo gauw wat”, zeggen ze in Kloosterhaar. “Maar als hij eenmaal begint, dan zet hij door.” De journalist van Het Noord-Oosten schreef op vrijdag 10 april 1970 dat de Kloosterhaarders het zat waren. Ze hadden jarenlang aandacht voor hun probleem gevraagd, maar waren telkens met een kluitje in het riet gestuurd. Nu was de maat vol. De Saksers in Kloosterhaar kwamen in actie.

Het had allemaal te maken met de slechte toestand van de wegen in het dorp. Met name de weg van het dorpscentrum naar de kalkzandsteenfabriek van Dorresteijn zorgde voor veel ellende, terwijl toch was afgesproken dat die weg opgeknapt zou worden.
Hardenberg was aangewezen als kerngemeente voor industrialisatie en daar horen faciliteiten bij als goede wegen. Maar als elders in de gemeente industrieën waren die gebonden waren aan de plek waar ze stonden, dan zouden daar ook goede wegen worden aangelegd.

Kalkzandsteenfabriek
Bij Kloosterhaar stond zo’n fabriek. Hij was op die plek gebouwd omdat daar het zand voor de kalkzandstenen aanwezig was. Aan alle voorwaarden was voldaan om in aanmerking te komen voor een goede weg door Kloosterhaar naar de fabriek toe, maar hij kwam er niet. Dus bleef er uiteindelijk niks over voor de Kloosterhaarders dan met een demonstratie hun ongenoegen te tonen. De journalist van Het Noord-Oosten kon wel begrip opbrengen voor het protest.

“Het moet je alle dagen maar gebeuren, dat opspattend modder je ramen bevuilt en de toegangswegen naar je huis worden vernield door zware trailers, die geen houvast meer hebben in de zanderige bodem. Je moet maar eens zien hoe getraind de schoolkinderen zijn op het gevaar van de passerende vrachtwagens, zodat ze in voorkomende gevallen bij vijven tegelijk in de bermsloot duiken om het vege lijfje te redden. Je moet als de heer Rink je kind maar ongeschonden weer in handen krijgen, terwijl de bestuurder van de wagen om dat kind te sparen zichzelf waagde en tenslotte met de brokstukken van zijn auto bleef zitten.”
Het is een groot onrecht dat Kloosterhaar wordt aangedaan, vond hij.

Protest
Natuurlijk lag er wel een weg richting de fabriek, de Verlengde Broekdijk, maar die was niet berekend op het zware vrachtverkeer. De bermen waren stuk gereden en de onderlaag begon tekenen van verval te tonen. Maar hoe krijg je aandacht voor je zaak als al je verzoeken aan de overheid niks opleveren? Dan ga je protesteren. Niet in optocht achter een paar spandoeken lopen, maar gewoon je eigen auto midden op de weg zetten, het contactsleuteltje eruit halen en maar zien wat er gaat gebeuren. En als dat nou een stuk of wat bewoners doen kan er geen kip meer langs.

Eigenaar Dorresteijn van de kalkzandsteenfabriek had meteen de politie gebeld omdat zes trailers met stenen geen kant meer op konden. De zaak was ernstig genoeg om niet alleen een paar agenten erop af te sturen, nee, vrijwel de complete gemeentelijke politietop kwam poolshoogte nemen, dat wil zeggen hoofdinspecteur Stemerdink en adjudant Ligtenberg. Ze hebben het verstandig aangepakt, meende de journalist. In plaats van de protesterende bewoners weg te jagen deden ze mee. Er werden hekken geplaatst in het centrum van Kloosterhaar zodat er niet nog meer auto’s in de chaos terecht konden komen.

Ondertussen waren tv-ploegen en journalisten van landelijke kranten verschenen. Onder meer dokter Volkers werd geïnterviewd, die vertelde dat niet alleen de lichamelijke maar ook de maatschappelijke en geestelijke gezondheid van de inwoners leed onder de gevaarlijke situatie. De Leeuwarder Courant schreef dat boeren drie uur lang met trekkers en landbouwvoertuigen de weg hadden geblokkeerd om te protesteren tegen een levensgevaarlijke situatie. Hun kinderen moesten per fiets deze vier meter brede weg afleggen naar school, een weg waar dagelijks duizend vrachtwagens passeren.
Het Parool had het over de slechte wegen in het Twentse plaatsje Kloosterhaar, waar de afgelopen tien jaar niets aan was gedaan.

Wachten op B&W
Het actiecomité eiste dat eerst B&W van Hardenberg zouden verschijnen voordat de wegblokkade zou worden opgeheven. Burgemeester Van Splunder lag met griep in bed en kon niet komen, maar locoburgemeester Valkman verscheen wel. Er werd overleg gevoerd in café Evers. Valkman vertelde dat de weg voorheen van de provincie was, dat de gemeente nog maar drie jaar eigenaar was, dat de weg inderdaad erg slecht was en dat een begin van verbetering zo’n tachtigduizend gulden zou kosten. “Maar we hebben het geld niet en we mogen het ook niet lenen voor dit doel”, vertelde de locoburgemeester. Regelmatig werd zijn verhaal onderbroken door gejoel en honende opmerkingen over prachtige wegen in Hardenberg die niet gebruikt werden terwijl de wegen in Kloosterhaar een gevaar voor de kinderen waren, maar Valkman kon geen toezegging doen.

Eind april 1970 werden het protest en het optreden van wethouder Valkman besproken in de gemeenteraad. De publieke tribune zat vol met belangstellenden uit Kloosterhaar, die volgens de journalist van Het Noord-Oosten waar voor hun geld kregen. Hardenberg had geprobeerd de weg te verbeteren met ACW-gelden, dat wil zeggen dat werklozen de verbetering van de weg zouden uitvoeren, maar door een gebrek aan werklozen had dat niets opgeleverd. Dit keer werd een andere financiële weg bewandeld, waardoor de verbetering wel betaald kon worden.

Wegverbetering
Een jaar later werd de Verlengde Broekdijk, de weg van Kloosterhaar-centrum naar de kalkzandsteenfabriek, onder handen genomen. De weg werd over een lengte van twee kilometer verbreed tot 6,5 meter en ernaast werd een fietspad aangelegd van 2,5 meter breed. De kosten bedroegen zo’n vier ton.

Later dat jaar werd een feestavond gehouden om het gereed komen van de wegverbetering te vieren. Het lag in de bedoeling een officiële openingshandeling te houden, maar dat kon door omstandigheden niet doorgaan. Vrijdag 19 november om 19.30 uur marcheerde de muziekvereniging Crescendo vanaf het grote kruispunt in de Dorpsstraat naar café Evers waar in de grote zaal het Trio Scheffer voor de muziek zorgde. “De belangstelling voor deze feestavond was echter niet groot”, stond een week later in de krant.