De eerste steen in Kloosterhaar

Kloosterhaar wordt een nieuwe kerk rijker!, jubelde het Salland’s Volksblad op 12 mei 1950. De verslaggever was naar de kerk-in-aanbouw gegaan om uitleg te krijgen van architect Jan Jans uit Almelo. “Links de consistorie en daarachter een nis voor het Avondmaal, een kerk voor 500 personen, geschraagd door sterke zuilen”, had hij opgevangen. Daarbij een toren van 23 meter hoog, een sieraad voor Kloosterhaar, vond hij.

De journalist was ook naar Kloosterhaar afgereisd om de Eerste Steenlegging bij te wonen. “Dat was gebeurd door de hoogbejaarde weduwe Fredriks uit Hardenberg, wier man jarenlang in deze omgeving heeft geëvangeliseerd onder primitieve omstandigheden.”
De 90-jarige dame moest nog even wachten op de toespraak van dominee De Witte, die zei dat een kerk wel mooi was, maar dat het vooral een plek was om God te eren, om troost te vinden, om kinderen te dopen en gesterkt te worden door samen het Avondmaal te vieren.

Hij vertelde er nog bij dat de herdenkingssteen uit de oude, bouwvallige Nederlandse Hervormde kerk in de nieuwe kerk zou worden ingemetseld. Uit piëteit. De nieuwe ‘eerste steen’ droeg enkele woorden uit een brief van de apostel Paulus aan de christelijke gemeente in de stad Filippi: Christus is Heer. En daar was de journalist het wel mee eens.