Lawaai in de lucht

Te koop gevraagd: goed onderhouden luchtafweergeschut (Russische makelij geen bezwaar).
Dient ter afweer van laagvliegende gevechtsvliegtuigen, die met hun oorverdovende oefeningen ons dochtertje van 19 maanden de stuipen op het lijf jagen.

Deze advertentie in De Telegraaf van 7 juni 1979 bracht heel wat pennen en microfoons in beweging. Telegraaf, Nieuwsblad van het Noorden, Het Noord-Oosten, Veronica en Radio Oost, allemaal wilden ze van de inzender weten wat hem had bewogen om deze advertentie te plaatsen. Die inzender was de 30-jarige Max Westbroek, de latere VVD-wethouder van de gemeente Hardenberg.

In 1977 was hij begonnen met zijn Studio Max Westbroek, een reclamestudio in de breedste zin van het woord. In een veel te kleine ruimte, zei hij zelf, totdat eind 1979 een nieuw, ruim pand kon worden betrokken in het inmiddels afgebroken Cogasgebouw, bij de rotonde Bruchterweg-Twenteweg in Hardenberg. Bij de officiële opening op vrijdag 2 november stond buiten een luchtafweerkanon. Dat ding had hij niet via de advertentie op de kop getikt, maar was wel een knipoog naar die advertentie.

“Die advertentie is natuurlijk een grapje, al ligt er een serieuze mening aan ten grondslag. Ik ben dat gebulder van straaljagers spuugzat. Het is toch te gek dat mijn dochtertje Marloes van 19 maanden zich angstig op de grond laat vallen wanneer er een straaljager over ons huis giert. Het is net alsof ze al een oorlog heeft meegemaakt”, aldus Westbroek in het Nieuwsblad van het Noorden van 9 juni 1979. Grapje of niet, er was wel iemand die hem had opgebeld en luchtafweergeschut had aangeboden voor 15.000 gulden. Diezelfde verkoper had hem ook aangeboden te gaan oefenen op een plek bij het IJsselmeer, zodat hij het kanon ook echt kon bedienen.

De aanleiding voor de opvallende advertentie was een tweedaagse oefening in NAVO-verband, net over de grens met Duitsland. Straaljagers van verschillende nationaliteiten scheerden laag over de huizen van Hardenberg. “Ze kwamen om het half uur aanbulderen. Het was om gek van te worden. Vooral kleine Marloes had het er erg moeilijk mee. Klagen bij de Generale Staf hielp niet en als ze niet willen luisteren, dan zullen ze het maar moeten ondervinden”, vertelde Westbroek tegen de verslaggever van De Telegraaf. De Hardenberger kreeg geen antwoord van Defensie op zijn vraag wat een dergelijke oefening kostte en of in het kader van de brandstofbesparing al die vluchten wel noodzakelijk waren. “Of ik het maar schriftelijk wilde vragen, zodat ambtenaren zich over deze vraag konden buigen.”

Defensie reageerde wel op een vraag van het Nieuwsblad van het Noorden: “We kunnen er als Koninklijke Luchtmacht alleen maar naar streven dat straaljagerpiloten zich houden aan de voorschriften wat de vlieghoogte betreft” aldus de voorlichtingsdienst. “De normale hoogte is 300 meter en in aanvlieggebieden, waartoe ook Hardenberg behoort, 150 meter. Echte laagvlieggebieden van 70 meter hoogte hebben we in Nederland niet. Die zijn alleen in de Bondsrepubliek.”
In de regio Hardenberg waren geen andere klachten binnengekomen. “De gemeente Hardenberg en de politie vinden de klacht overigens nogal overdreven”, schreef de journalist.

Een week na de officiële opening van de studio aan de Bruchterweg door burgemeester Van Splunder was er Open Huis voor de bevolking. Men kon rondkijken, genieten van een hapje en een drankje en natuurlijk kennismaken met het werk van Studio Max Westbroek. Speciaal voor de geïnteresseerden draaide er een curieuze band-dia-presentatie over een bijzonder product: ’s werelds eerste snorgroeimiddel.

“Er is een vreemde vogel op het industrieterrein van Hardenberg geland”, schreef Westbroek in de kennisgeving van de komst van zijn reclamestudio. Hij kende zichzelf goed.