/

De Vechtbrug

“De brug bij Wamelink.” Er zijn nog genoeg Hardenbergers die weten welke brug daarmee wordt bedoeld. Wie het niet weet moet maar eens het boekje “Hardenberg de eeuwen door” van meester Roosjen in de bibliotheek lenen of het bij een plaatselijke boekhandel aanschaffen. Als je de omslag bekijkt weet je meteen om welke brug het gaat. “De oude Vechtbrug”, zegt men tegenwoordig ook wel, hoewel men 40 jaar geleden sprak van “de nieuwe Vechtbrug”. De dichter Guillaume van der Graft, die van 1946 tot 1950 predikant van de Nederlands Hervormde Kerk in Hardenberg was, schreef erover in het gedicht ‘Jongens en meisjes’:

…En door die verkalte ader
van een Voorstraat met zijn verschrikte
huizen, heen naar de bocht
van het kerkhof en dan
terug naar de nieuwe brug…

Die naam, “Oude Vechtbrug”, dankt zij aan het gegeven dat Hardenberg momenteel 5 Vechtbruggen telt waarvan deze de oudste is. Officieel is het een brug zonder naam. De 3 andere bruggen dragen geografische- of adellijke namen (Asjeskampbrug, Prins Bernhardbrug, Prins Willem-Alexanderbrug, Prinses Amaliabrug), maar de oudste brug is naamloos. Eeuwenlang was dit in Hardenberg de enige brug over de Vecht, en dan is de behoefte aan een naam niet zo groot.

Baileybrug
Deze oudste brug over de Vecht stamt uit 1949. Zij diende ter vervanging van een noodbrug, een Baileybrug die in 1947 tussen de Brink en de Eiermarkt (tegenwoordig Oude Bosch) werd gelegd. Het verkeer vanaf de Brink moest dan langs de Lage Doelen. In een verkeershuisje op de Eiermarkt regelde de politie het verkeer met verkeerslichten. Maar niet iedereen stoorde zich aan de lichten. Zo reed burgemeester Van Oorschot eens door rood, terwijl er van de Heemser kant een tankwagen naderde. Halverwege de brug kwamen ze elkaar tegen. Van Oorschot, die naar men zegt het vloeken moet hebben uitgevonden, maakte de tankwagen-chauffeur duidelijk dat hij moest “opsodemieteren”. De chauffeur wist echter van geen wijken. Toen de burgemeester hem vroeg of hij wel wist wie hij tegenover zich had, antwoordde de chauffeur: “Al was je de koningin, dan ging ik nog niet opzij. Maar ik zou maar maken dat ik weg kwam als ik je was.” Tegelijkertijd liet hij de motor van de vrachtwagen flink ronken. Van Oorschot was blijkbaar toch wat geïmponeerd door de chauffeur, want hij maakte tenslotte mopperend rechtsomkeer.

Noodbrug over de Vecht.

Die Baileybrug werd gelegd omdat de oude Vechtbrug was opgeruimd. Dat opruimen is, zou je kunnen zeggen, in delen gebeurd. De eerste keer was op 10 mei 1940, toen Nederlandse soldaten de brug de lucht in lieten vliegen om de Duitse opmars te vertragen. In alle haast werd zij door de Duitsers weer enigszins bruikbaar gemaakt. Maar toen 6 april 1945 de Duitsers weer de andere kant op gingen, werd de brug opnieuw opgeblazen. En weer werd zij enigszins bruikbaar gemaakt. Niet echt volledig hersteld, omdat men toch al van plan was een nieuwe brug te leggen. Die nieuwe brug was nodig, omdat de Vecht verbreed zou worden, zodat het water beter afgevoerd kon worden. Echter, voordat de nieuwe brug geplaatst was, moest men nog een keer de oude brug repareren. In 1946 kreeg men te maken met een plotseling opkomende ijsgang. Bij ’t Holt, ter hoogte van het Jeudenbargie, waren zelfs ijsdammen ontstaan, die door militairen werden opgeblazen. De bevolking van Hardenberg kon niet meer opgeroepen worden om met ijshaken de ijsschotsen bij de brug weg te houden, zoals vroeger, toen dit tot de plichten behoorde van iedereen die het burgerrecht van de Stad Hardenberg bezat, zodat de brug erg werd gehavend. Toen de oude brug was opgeruimd werd de nieuwe brug op 26 april 1949 aanbesteed. De bouw was voor Hardenberg een geweldig stuk werk. Ongeveer 70 betonnen palen van 14 meter lang zijn de bodem in geheid. In tegenstelling tot haar voorgangers werd de nieuwe brug geen ophaalbrug. Om een doorvaart mogelijk te maken voor bagger- en zuigerschepen, die nodig zouden kunnen zijn voor verbetering en onderhoud van de Vecht beneden Hardenberg, werd een los gedeelte gemaakt van 7 meter lengte, dat met een schuit weggevaren kan worden. Was de oude brug slechts 4 meter breed, de nieuwe werd ruim 7½ meter breed gemaakt: een wegdek van 5 meter met aan weerszijden een trottoir van 1.28 meter. De totale lengte is 52 meter. De totale bouwkosten bedroegen f 90.000,-.

De officiële ingebruikname van de brug in 1949.

Op dinsdag 20 december 1949 werd de brug feestelijk geopend voor het verkeer en door Rijks Waterstaat aan de gemeente Hardenberg overgedragen. Om even over half drie ’s middags arriveerden B&W met genodigden bij de brug, waar het zwart zag van geïnteresseerde Hardenbergers. Nadat de Hoofdingenieur-directeur van Rijks-Waterstaat de rij sprekers had geopend, was het de beurt aan burgemeester Van Oorschot. Blijkbaar bestond er nog veel rivaliteit tussen de bewoners van beide Vechtoevers, want in zijn rede sprak de burgemeester de hoop uit dat de nieuwe brug de band mocht zijn tussen Hardenberg en Heemse. De officiële openingshandeling werd verricht door mevrouw Van Oorschot, die een lint doorknipte. Om het feestelijk karakter van de opening te versterken werd de brug enkele avonden lang in de schijnwerpers gezet (“geïllumineerd”, schreef men in 1949). Op de openingsdag zorgden de politiemannen, die maandenlang het verkeer hadden geregeld vanaf een wachthuisje op de Eiermarkt, voor een ludieke actie. Het oude, kleine kacheltje was uit het wachthuisje gehaald en met touwen boven in de boom achter het huisje vastgemaakt. Erbij hing een groot stuk karton waarop te lezen stond: “Hier heb ik jaren lang gerookt. Toch word ik hoog gehouden.” Op het wachthuisje was met koeieletters geschilderd: “TE KOOP” , en over de Vecht schalde uit de luidspreker “Hup, Holland, hup.”