Afscheid van Keller

Waarom staat er een Wavinfabriek in Hardenberg en niet in bijvoorbeeld Amersfoort? Dat komt onder meer omdat ir. Keller, de grondlegger van de fabriek, het boek Oostloorn heeft gelezen. Dat boek zorgde voor de eerste kennismaking met Hardenberg. Het lezen van dat boek en een wandeling door de bossen van Hardenberg hadden hem ervan overtuigd dat Hardenberg een goede plek was om een fabriek te bouwen. Keller vertelde dat bij zijn afscheid in maart 1969.

Johan Christiaan Keller was zijn werkzaam leven begonnen als leraar aan een h.b.s in Delft, was naar het noorden verhuisd omdat hij directeur van Gemeentewerken in Hoogeveen kon worden waarna hij niet veel later directeur werd van de Waterleidingmaatschappij Overijssel. In die functie had hij veel te maken met buizen: ijzeren waterleidingbuizen die duur waren en konden roesten. Daar moest een oplossing voor komen. Onder zijn leiding werd een plastic product vervaardigd dat veel duurzamer was en makkelijker te bewerken. Er werd een proeffabriek gebouwd in Zwolle, maar niet iedereen was meteen overtuigd van het succes. President-commissaris Meulink van Wavin wist echter te vertellen hoe kwam dat Keller toch de sceptici wist te overtuigen. Dat had hij namelijk meegenomen uit zijn tijd als leraar in Delft. “Niet, door zich te gedragen als de man die het allemaal wel even zal vertellen, maar als de leraar die je met cijfers en feiten bijbrengt dat de zaken zijn zoals ze zijn.”

Meulink sprak die woorden in een grote tent op het Wavin-terrein aan de Bruchterweg in Hardenberg, “een tentpaleis met ruimte voor enige duizenden personen”, schreef journalist Seinen in Het Noord-Oosten. De vrouwelijke spreektaalmeester was Marion Wardenaar, “bekend van radio en tv, die de verschillende spreeksters en sprekers charmant en met welgekozen woorden inleidde.”

Cabaret
Behalve sprekers was er ook cabaret. Het Wavin-cabaret liet zien hoe de naam Wavin tot stand was gekomen. Volgens de cabaretiers lag Keller met griep in bed, toen er werd gebeld. Het patentbureau wilde weten wat de naam van de fabriek was, anders konden geen patenten worden ingeschreven. Het lichaam van Keller was niet in staat tot iets goeds, maar zijn brein werkte nog prima. Water, pvc, colovinyl, er spookte van alles door zijn hoofd totdat hij tenslotte stamelde: Wavin!
Mooi bedacht door de cabaretiers, maar de naam is in werkelijkheid afkomstig van de woorden WAter en VINylchloride.

Namens de gemeente Hardenberg was wethouder Valkman aanwezig. Hij vertelde dat hij als locoburgemeester in 1955 had meegewerkt aan de verkoop van industriegrond aan Wavin. De vlaggen gingen uit, zo blij was men dat Keller c.s. voor Hardenberg hadden gekozen. Dat het een goede keus was geweest kon Valkman beamen, want dankzij de bekwame leiding van Keller en uiteraard onder Gods zegen was de fabriek sterk gegroeid. Tot tevredenheid van veel voorheen werkloze Hardenbergers, die in Wavin een goede werkgever hadden gevonden.

Wereldreis
Van het personeel kreeg Keller een mini-extruder, een apparaat om kunststof in een vorm te gieten. Eentje die het deed, vertelde H. Pullen namens de werknemers. Dat was een verwijzing naar het allereerste begin, toen Keller een kapotte extruder in Luxemburg op de kop had getikt om mee te experimenteren. Maar hij gaf Keller ook een echt cadeau, een wereldreis voor twee personen. De echtgenote van Keller kreeg een globe zodat zij alvast de reis kon uitzetten.

Als slotspreker bedankte Keller natuurlijk alle sprekers, ‘zijn’ directie en ‘zijn’ personeelsleden, die hij allemaal graag persoonlijk de hand had willen drukken. Uiteraard kon dat niet en daarom deed hij het met een handdruk van de jongste medewerker en de oudste Wavinkracht.