Weitkamp uit Landberg

De Weitkamplaan in Hardenberg is genoemd naar het Tweede Kamerlid (en boer) Jan Weitkamp. Geboren in 1870 in Hardenberg…. als Duitser. Zijn vader, Hermann Wilhelm, was afkomstig uit Ladbergen, een dorpje dat niet ver verwijderd is van Flughafen Münster-Osnabrück. In 1881 werd deze koopman genaturaliseerd tot Nederlander.

Eén van zijn zoons, en dus broer van Jan, was Hermann Wilhelm Weitkamp jr. Toen hij in 1963 overleed (ongehuwd, manufacturier op het adres Voorstraat 33) was dat aanleiding voor de Osnabrücker Zeitung om een artikel aan hem te wijden. Via via kwam dat artikel in Hardenberg terecht en zeven weken later stond het vertaalde bericht in zowel De Toren als Het Noord-Oosten.

Ladberger emigrant stierf in Holland. Het geslacht Weitkamp bestaat niet meer in Ladbergen.

Op 7 september stierf in Hardenberg, in Holland, in de leeftijd van bijna 87 jaar, de heer Hermann Wilhelm Weitkamp, de eigenaar van een manufacturen- en vleeswarenzaak. De voorvaderen van de overledene zijn afkomstig van de boerderij Weitkamp (vandaag Lübke, in Ladbergen-Wester, nabij Osnabrück), waarvan de naam als Wiehkamp (gewijde kamp) wordt uitgelegd en waarvan men aanneemt dat zich hier in oude tijden de plaats van een heiligdom van de Saksische god Saxnot bevond. Het zeer oude geslacht van de Weitkamps komt in Ladbergen weliswaar niet meer voor, maar er leven nog nakomelingen in Holland en aan de andere kant van de oceaan, in Amerika.

De thans in Hardenberg overleden Hermann Wilhelm Weitkamp heeft de contacten met Ladbergen, de woonplaats van de vaderen, niet verbroken. In april 1962 verbleef hij hier voor het laatst om vrienden en bekenden op te zoeken. Over het Ladberger Heimatbuch (1000 jaar Ladbergen), dat hem destijds werd toegezonden, liet hij zich zeer waarderend uit. Hij betreurde het slechts dat zijn vader, die in 1913 is overleden, er geen kennis van kon nemen.

Wat betreft het in dit boek opgenomen gedeelte over het reizen naar Holland van de Ladbergers, wat hem speciaal interesseerde, deelde hij nog het volgende mee:
In de laatste helft van de vorige eeuw, schreef hij, kwamen de Ladberger Hollandgangers op hun reizen naar de turfafgravingen in Dedemsvaart allen door Hardenberg. Hier kochten ze bij zijn vader, die immers behalve een manufacturenzaak ook nog een zaak in vleeswaren dreef, meestal nog spek en vlees. Pas op de terugreis behoefden ze de gekochte waren te betalen.

Zo genoten de Ladberger Hollandgangers – hoe zou het ook anders kunnen – bij hun landgenoot in Hardenberg het vertrouwen van geleverde waren zonder contante betaling; waren, die ze dan op de terugreis, die na negen tot tien weken plaats vond van het inmiddels bij het turfgraven verdiende geld konden betalen.