Carillon: geschenk van de bevolking

Ruim vierhonderd jaar geleden schreef de Nederlandse tekstdichter en componist Adrianus Valerius het lied Geluckig is het Land, Dat God den Heer beschermt. Het was dit lied dat als eerste werd gespeeld op het carillon van Hardenberg, bij de ingebruikname op 13 juni 1963.

Dat een lied dat meer dan 400 jaar oud is in 1963 nog werd gespeeld komt waarschijnlijk doordat het was opgenomen in de liedbundel Kun je nog zingen, zing dan mee uit 1906. Het boek was erg populair en beleefde dan ook tientallen herdrukken, waardoor veel mensen het lied van Valerius kenden. Weliswaar alleen de verzen waarin de Heer wordt bedankt dat hij ons de overwinning bracht en niet het vers over het Spaans gebroed dat ons tachtig jaar heeft beziggehouden, maar goed, het werd overal gezongen, in kerken, bij de padvinderij en in het klaslokaal. En dus ook in de nieuwe carillontoren bij het nieuwe gemeentehuis. Die toren was eigenlijk alleen maar bedoeld als klokkentoren, maar door de inzet van de Vrouwelijke Vrijwilligers onder leiding van de echtgenote van burgemeester De Goede kwam er ook muziek uit de klankgaten.

Gemeentehuis
Hardenberg had een nieuw gemeentehuis nodig, vonden B&W begin jaren ‘50. En de gemeenteraad vond dat ook. Het oude raadhuis, dat in Heemse stond, was gammel en te klein. Maar het duurde nog tot 1963 voordat het nieuwe exemplaar officieel kon worden geopend.

Architect Mastenbroek uit Zwolle had een fraai ontwerp gemaakt, met voor het gemeentehuis een plein met vijver en toren. Volgens burgemeester De Goede zou de bouw van de toren duidelijk maken, dat Hardenberg een stad is die zich ervan bewust is dat het een kernfunctie heeft. Mooie woorden, die wel inhielden dat er 105.000 gulden extra op tafel moest komen. Maar de gemeenteraad stemde na veel discussie tenslotte met het voorstel in. Uiteindelijk kwam er een nog mooiere toren te staan dan was gedacht, want de raad vond het eerste ontwerp wat te simpel.

Op dat nieuwe gemeentehuis zijn straks alle inwoners van de gemeente Hardenberg trots, meende de journalist van het Noord-Oosten. “Wanneer in de zomermaanden de vakantiegasten komen zullen ze zeggen: Moet je dat nieuwe gemeentehuis van Hardenberg eens zien! Maar die toren? Die is eigenlijk nog niet af.”
En dus boog een burgercomité onder leiding van mevrouw De Goede zich over de vraag wat er nog meer kon gebeuren. Zij was presidente van de afdeling Hardenberg van de Federatie Vrouwelijke Vrijwillige hulpverlening. Bedoeld om hulp te bieden als er zorgelijke omstandigheden waren, maar nu kon ook hulp worden verleend bij een heugelijke gebeurtenis.

De toren was bedoeld voor een groot uurwerk, maar dat werd te kaal gevonden, er moest ook een carillon komen. Om het geld bijeen te brengen zou elk dorp in de gemeente een bijdrage kunnen leveren. “En dan lezen onze nakomelingen misschien over 500 jaar dat Sibculo de ene klok heeft geschonken en Slagharen de andere”, schreef de journalist van Het Noord-Oosten. “Een mooie klok van Hardenberg, Bergentheim, Brucht, Schuinesloot en noem maar op. Een prachtig plan waar we ons graag achter stellen!”

Weerstand in de buitendorpen
Het idee sloeg niet bij iedereen aan. De journalist zag zich dan ook genoodzaakt om uit leggen dat een carillon uit grote en kleine klokken bestaat. “Zelfs de kleinste buurtschappen kunnen voor een klok zorgen. Als later in het jaar het 600-jarig bestaan van Hardenberg met grote feesten wordt gevierd is het prachtig om dan het klokkenspel te horen”, meende hij.
“Alle dorpen in de regio mogen best een keer over achterstanden mopperen, maar Hardenberg moet tot ontwikkeling komen ten dienste van de hele regio. En als je wilt meewerken aan die ontwikkeling bewijs je dat door een royale bijdrage te geven voor het carillon.”

Hij schreef dat omdat met name uit Lutten weerstand kwam. De bewoners van het noorden van de gemeente betichtten Hardenberg van stadsallures. Wel een nieuwe weg plus brug van Heemse naar Hardenberg (=Europaweg), terwijl de oude weg nog maar pas geleden van een nieuw dek was voorzien (De Brink), maar de Zwarte Dijk in Lutten was al jarenlang vrijwel onbegaanbaar. Er hingen zelfs spandoeken boven de weg om duidelijk te maken dat renovatie veel te lang duurde. “En waarom moet alle industrie in Hardenberg worden gevestigd? Er kan best eentje in Lutten komen, zodat daar niet steeds meer mensen wegtrekken. In het carillon-comité zullen zeker geen mensen uit het noorden zitten, want het enthousiasme hiervoor is ver beneden het nulpunt gedaald. De collectanten zullen hier zeker niet met een goed gevulde bus vandaan komen”, stond er in een ingezonden brief in de lokale krant.

Terwijl de intekenlijsten en collectebussen de gemeente doorgingen mijmerde de journalist alvast over het gebruik van het carillon. Bij huwelijken kon de bruidsmars worden gespeeld, meende hij, (dit werd pas in 1999 gerealiseerd!), Sinterklaas kon verwelkomd worden met zijn lievelingsmelodie en met Kerst zouden de klanken van kerstliederen over Hardenberg worden uitgestrooid. Dorpsdichter Hendrik van Laar liet zich ook niet onbetuigd. Zes verzen lang was zijn gedicht, als ode aan de vrouwen die zoveel inzet toonden en die hulp nodig hadden van de bevolking. Dit was het derde:
In de straks te bouwen toren
Op ’t gemeentehuis Oostloren
Hoort een beierend klokkenspel,
Dat door muzikale klanken,
Steeds de gevers blijvend danken,
Zacht vibrerend luid en schel.

Naam
Zou het carillon eigenlijk geen naam moeten hebben, vroegen de vrouwen zich af. Natuurlijk wel, en daar kun je een mooie prijsvraag met verloting aan verbinden. Ze hadden ruim dertig prijzen geregeld en een prijs voor degene die de naam zou raden. Dat waren er overigens twee, die op de naam Carolina hadden gegokt.

Uiteindelijk was er genoeg geld opgehaald om het carillon te bestellen. Dinsdag 4 juni 1963 werden 13 klokken gebracht door de firma Van Bergen uit Heiligerlee. Het was niet gelukt om elk dorp een klok of klokje te laten leveren, maar dankzij giften van onder meer de IJsselcentrale, Heidemij en Wavin was het mogelijk om tijdens de officiële ingebruikname van het gemeentehuis op 13 juni 1963 het carillon als geschenk van de bevolking aan te bieden. Na een toespraak van mevrouw De Goede mocht mevrouw Paping de klokken met een elektrische schakelaar in werking stellen en even later weerklonk door het gemeentehuis en over het plein de melodie van Gelukkig is het land.

Het geschenk van de bevolking, dat sinds 1969 uit 19 klokken bestaat, is tegenwoordig een beetje weggemoffeld op het dak van het gemeentehuis. Nu het Spindeplein binnenkort geheel wordt gerenoveerd is er misschien wel een mogelijkheid om het carillon weer zichtbaar en hoorbaar te maken.