Wat een ramp – Brand in Lutten

Oktober is de Maand van de Geschiedenis. Het thema van 2022 is: Wat een ramp!
Van persoonlijke rampen tot catastrofes die de samenleving ontwrichten, een ramp kent vele verschijningsvormen. Een brandstichter zorgde voor een persoonlijke ramp in Lutten.

Zestig jaar geleden hield de wereld de adem in, toen Rusland rakketten op het communistische eiland Cuba wilde plaatsen en Amerika via een zeeblokkade de aanvoer van die raketten wilde tegenhouden. Journalist Willem Seinen schreef daarover in de lokale krant Het Noord-Oosten.
“We kunnen vanavond rustig naar bed gaan om morgen in de heksenketel van de meest vreselijke oorlog te verkeren. Moeten we elkaar daar bang mee maken? Daar is helemaal geen reden voor. We kunnen morgen ook wel door heel andere rampen getroffen worden”, noteerde hij in zijn krant. “Koude oorlog? Geen nood, want we mogen bidden.”

Brand
Seinen maakte meer woorden vuil aan een brandstichting in Lutten. In een dubbele woning naast de christelijk gereformeerde kerk (tegenwoordig Anerweg-Noord 70) ontstond zondagmiddag 21 oktober 1962 plotseling brand, die gepaard ging met explosies “en opmerkelijke steekvlammen”.
Buren waarschuwden bewoner A.D. die in de woonkamer zat, samen met zijn zoontje en een baby die hij moest verzorgen. De brandweer werd gewaarschuwd terwijl D. ondertussen met zijn hulpvaardige buren probeerde de inboedel te redden. Er ontstonden nieuwe explosies en nieuwe steekvlammen, zodat de redders de woning moesten verlaten. De dienst in de naastgelegen kerk werd beëindigd, omdat het te gevaarlijk was geworden voor de kerkgangers.
De brandweer had wat moeite om voldoende water te regelen, maar uiteindelijk wisten de brandweerlieden een deel van de woning te behouden. Dankzij de gunstige wind liepen de andere gebouwen in de omgeving geen brandschade op.

Oorzaak
Over de oorzaak van de brand tastte men eerst in het duister, totdat A.D. verklaarde dat hij een portefeuille met 20.000 gulden was kwijtgeraakt. Die had hij veiligheidshalve onder het matras van zijn bed verborgen. Toen bleek dat het bed helemaal niet verbrand was, zelfs vrijwel onbeschadigd leek, werd D. gearresteerd.
Dinsdagavond bekende hij dat hij de brand had gesticht om het geld te kunnen verduisteren. Dat geld was van de Coöperatieve Landbouwbank Meppel, waar de 33-jarige D. als vertegenwoordiger voor werkte. Hij was gegadigde voor een boerderij in de Flevopolder, maar beschikte niet over voldoende financiële middelen. Toen hij ruim 20.000 gulden in beheer kreeg kon hij de verleiding niet weerstaan. Hij kocht 20 liter benzine en goot die in twee emmers. De ene emmer met benzine gebruikte hij om brandbare materialen goed met benzine te doordrenken, de andere emmer bleef boven staan. “Tijdens de reddings- en bluswerkzaamheden heeft D. deze emmer omver geschopt, waardoor de nieuwe explosies en steekvlammen ontstonden. Een groot gevaar voor de redders en bovendien voor hemzelf.” Het geld werd later in de auto van D. teruggevonden.

Journalist Seinen had blijkbaar te doen met de familie D. die te goeder naam en faam bekend stond in Lutten. “Voor dit gebied is deze brandstichting een schokkend feit, waarbij men met grote deelneming denkt aan de zwaar getroffen vrouw, kinderen, ouders en familie van D. De brandstichting illustreert op schrille wijze tot welke vreselijke daden een mens door hebzucht kan komen.”

Straf
De strafzaak tegen A.D. inzake brandstichting en verduistering kwam in januari 1963 voor de rechtbank in Almelo. De rechter had een compliment voor de brigadier van gemeentepolitie Mandemaker, voor de manier waarop hij de zaak had opgelost. A.D. werd veroordeeld tot 8 maanden gevangenisstraf, waarvan 3 maanden voorwaardelijk en aftrek van voorarrest. Met daarbij toezicht van de protestants christelijke reclassering.